mensen om je heen

Kinderen als spiegel

Nee, ik ben niet plotseling opvoedcoach geworden. Toch gaat dit artikel over kinderen. En ook weer niet. Want het gaat vooral over de ouders. Over wat zij over zichzelf kunnen leren van de interactie met hun kinderen.
Laat ik het nog eens heel helder zeggen; mijn klanten komen niet bij mij met opvoedissues. Over het algemeen hebben mijn klanten vragen over hun professionele ontwikkeling. Maar zij vervullen ook andere rollen in het leven. De rol van partner, dochter of zoon, vriend(in), buur, hobbyist, broer, zus…..en die van ouder. Rollen die niet los te zien zijn van elkaar. Zomaar een greep uit uitspraken van mijn klanten in de afgelopen periode. Van zowel moeders als vaders.

 

Zorgen van ouders

Moeten we niet met school gaan praten om ervoor te zorgen dat onze dochter de juiste begeleiding krijgt?
Ik kan op mijn kop gaan staan, maar uiteindelijk krijgt mijn peuter toch altijd haar zin.
Is dit wel de goede school voor mijn kind, want ik zie dat…
Kun jij eens met mijn zoon praten want ik maak me grote zorgen waar het met zijn leven heen moet.
Ik wil er hoe dan ook voor zorgen dat mijn kind niet hoeft door te maken wat ik zelf heb doorgemaakt als kind.
Mijn dochter gaat binnenkort voor een jaar naar Amerika. Elke keer als ik haar probeer te helpen met de voorbereiding lijkt ze zich meer af te zetten. Ze zegt zelfs dat ze blij zal zijn als ze eindelijk weg is.
Met mijn puber is geen land te bezeilen, hij negeert me volkomen en wordt soms zelfs agressief
En ook deze:
Ik weet dat ik veel te veel leun op mijn dochter; wat moet ik straks als zij op kamers gaat?

Die laatste getuigt van behoorlijk wat inzicht in de dynamiek. Maar zelfs met dat inzicht blijkt het nog een hele dobber.

Ouders. Wat maken ze zich een zorgen om hun kinderen. Of het nu gaat om een baby die niet wil slapen of eten, een jengelende peuter, een onhandelbare puber of een eigengereide (jong)volwassene; het blijven toch je kinderen.

 

Het is niet de taak van een ouder om je kind een goed gevoel te geven

Natuurlijk willen we het beste voor ze. Bovenal willen we dat onze kinderen zich goed voelen. Om dat te realiseren gaan we ver. We organiseren van alles waardoor ze zich beter gaan voelen. Tenminste, dat dénken we. Net als dat we denken dat, als er problemen zijn met onze kinderen, het onze taak als ouder is om deze problemen op te lossen.
En juist op deze punten schieten we ons doel nogal eens voorbij.
Het is niet de taak van een ouder om je kind een goed gevoel te geven.
Daarmee geef je ze namelijk impliciet de boodschap mee dat het nu niet goed is.
Het is niet de taak van een ouder om de problemen van onze kinderen op te lossen.
Daarmee geef je ze namelijk impliciet de boodschap mee dat zij dat niet kunnen (leren).

Wat gaat er al eerste door jou heen als je bovenstaande vier zinnen leest? Lees de zinnen nu nog eens.

Als ouder ben je natuurlijk verantwoordelijk voor je kind. Natuurlijk. Als ouder ben je verantwoordelijk voor de opvoeding van je kind. Natuurlijk. Als ouder wil je het beste voor je kind. Natuurlijk.

Helaas gaat dat niet altijd zoals je hoopt of voor ogen hebt. De momenten dat het mis gaat zijn bij uitstek de momenten om je verantwoordelijkheid te nemen. Dat begint met in de spiegel kijken. De spiegel die je kind voor je is. De spiegel waarin je, als je écht kijkt, kunt zien welk deel van jou is.

 

Wiens pijn is het?

De moeder wiens dochter gepest wordt kijkt in die spiegel en ziet zichzelf. Ze ziet zichzelf als klein meisje dat op school ook werd gepest. Ze voelt de pijn van toen. Maar nu ze écht in de spiegel kijkt ziet ze dat het háár pijn is. En dat ze haar dochter zo graag wil behoeden voor die pijn. Zo graag, dat ze er alles aan doet om te voorkomen dat haar dochter (nog) vervelende situaties meemaakt. Ze stapt zelfs op hoge poten naar school om de leerkracht te vertellen dat die toch echt in moet grijpen.
Maar als ze dan nog eens goed kijkt ziet ze dat het niet werkt. Ook dat is pijnlijk om te ervaren. Háár pijn, niet die van haar dochter.
Het zich hier bewust van worden geeft echter ook ruimte. Ruimte voor een andere aanpak.

Er komt ruimte voor het besef dat, als zij als moeder zo doorgaat, haar dochter blijft bevestigen in haar gevoel dat er iets mis met haar is.
Er is niks mis met haar dochter. Er is niks mis met hoe haar dochter zich voelt. Het leven bestaat niet uit je altijd maar goed voelen. Dat is een utopie. Deze moeder ontdekt dat het veel helpender is als ze haar dochter vraagt wat er in haar omgaat. Als ze haar dochters gevoelens probeert te begrijpen, zonder haar eigen gevoelens er op te projecteren. Ze leert hoe waardevol het is om haar dochter te leren dat haar gevoel altijd klopt. Dat het gevoel er mag zijn. Over gevoel valt namelijk niet te oordelen.

En zo is het maar net. Door als curlingouder de weg te effenen voor je kind geef je ze de boodschap mee dat de negatieve emoties (pijn, verdriet, boosheid, afkeer) er niet mogen zijn. Leer ze daarentegen dat het oké is om je zo te voelen en vraag ze wat ze willen. Vraag of, en hoe, je kunt helpen. Dat is niet hetzelfde als het voor ze oplossen.

Dat begint dus bij jezelf. Want hoe ben jij eigenlijk met het toelaten van jouw emoties? Welk voorbeeld geef je daarmee? Als je jouw kind wilt behoeden voor wat jij hebt doorgemaakt in het leven, kijk dan eens in alle rust terug. Vraag je af wat jou op dat moment het meest geholpen zou hebben. Iemand die jou gevoel wegwimpelt en het zo snel mogelijk voor je weg wil poetsen? Of iemand die een arm om je schouder legt, je laat voelen dat je er mag zijn en naar je luistert?
Mocht je nu als ouder een ‘ja maar’ voelen opkomen; bedenk dan dat deze ‘ja maar’ komt vanuit het ontstane mechanisme. Je reageert mogelijk hetzelfde op jezelf als kind als je nu op je kind reageert. Ga echt even terug naar hoe het destijds voor je was. Voel wat jou écht zou hebben geholpen.

 

Gedrag en gevoel

Wat ik hiermee dus duidelijk wil maken is dat het kraken van de code voor issues met je kind, bij jezelf begint. Hierboven heb ik het vooral over het er laten zijn van emoties en indirect de boodschap dat negatieve ervaringen bij het leven horen en niet voorkomen kunnen worden, maar ook niet voorkomen hoeven te worden. Gevoelens dienen zich aan en willen gevoeld worden.
Het erkennen van gevoelens, zowel bij je kind als bij jezelf, is een wezenlijke stap.
Gevoelens mogen er zijn.

Met gedrag ligt het iets anders. Erkennen dat je kind boos is betekent niet dat je zijn of haar gedrag dat uit die emoties voortvloeit altijd maar tolereert. Het is aan jou als ouder om daar grenzen in aan te geven. Maak dus onderscheid tussen gevoel en gedrag. Ook bij jezelf.

We gaan nog een stapje verder. Behalve het onderscheid tussen gedrag en gevoel / emoties, onderscheiden we ook primaire en secundaire emoties.
Primaire emoties zijn gekoppeld aan een directe gebeurtenis. Ze kunnen zowel positief als negatief zijn en zijn vaak heftig en van korte duur. Blijdschap of trots om die geweldige prestatie, boosheid vanwege aangedaan onrecht, de pijn van afwijzing. Als je primaire emoties er laat zijn, dan maken ze je als het ware ‘schoon’ van binnen en helpen ze je in actie te komen.

 

Primaire en secundaire emoties

Primaire emoties zijn niet altijd fijn om te ervaren. Machteloosheid, het gevoel er niet toe te doen of er niet bij te horen; dergelijke gevoelens ervaar je liever niet. Niet vreemd dus dat we geneigd zijn om ons daarvoor af te sluiten. Dat doen we met secundaire emoties. Deze dekken als het ware de primaire emoties die we niet willen ervaren af. Je machteloos voelen omdat je geen contact krijgt met je puber wordt dan bijvoorbeeld afgedekt met boosheid. Frustratie, klagen, dramaqueen-achtige emoties, maar depressieve gevoelens zijn vaak secundaire emoties. Secundaire emoties kunnen lang aanhouden. Heel lang zelfs. Ze helpen je niet verder. Ze dekken allen maar af waar het werkelijk om gaat.

 

Het begint bij jezelf

Primaire en secundaire emoties onderkennen en onderzoeken kan dus enorm helpend zijn om (weer) in verbinding te komen met je kind. Het zal duidelijk zijn: dat kan pas als je in verbinding bent met jezelf. Het begint toch altijd weer bij jezelf.
Voor degenen die geen kinderen hebben; met mag duidelijk zijn dat deze mechanismen ook van toepassing zijn in interactie met andere familieleden, partners, vrienden, collega’s, medewerkers… Dat is waarom dit artikel niet over opvoeden gaat. Niet alleen kinderen zijn een spiegel; iedereen kan een spiegel zijn.
Wat zie jij als jij er écht in kijkt?

Heeft dit artikel iets bij je geraakt en wil je er eens verder over in gesprek? Je bent van harte welkom, in mijn praktijkruimte of online. Ik help je graag om de inzichten uit dit artikel toe te passen op jouw situatie. Of je nu kinderen hebt of niet.

 

 

Recente artikelen

Maar is dat niet gewoon een luxeprobleem?

Vind jij het lastig om keuzes te maken uit alle mogelijkheden die je hebt? Of…

2 weken geleden

Het algoritme in je hoofd

Het 'algoritme in je hoofd' stuurt jouw waarneming en beïnvloedt hoe je de wereld ziet.…

3 maanden geleden

Wie heeft er tips?

Het stellen van vragen lijkt eenvoudig, maar het kan een krachtig hulpmiddel zijn voor persoonlijke…

4 maanden geleden

Er hoeft niet altijd een les in te zitten

In een wereld waarin we vaak de druk voelen om elke ervaring te benutten voor…

4 maanden geleden

Wat zegt jouw vakantie over jou?

Wat zegt jouw vakantie over jou? Dit artikel helpt je reflecteren op je vakantievoorkeuren en…

6 maanden geleden

Hoor jij de vogels nog zingen?

Sta jij constant 'aan'? Wist je dat je in de gevarenzone zit voor een burn-out?…

7 maanden geleden