Achteraf lachen we erom. Hoe kunnen we dit nu met z’n allen laten gebeuren? Het gaat niet om de bestemming, maar wist je dat het ook niet om de reis gaat? Het gaat om het gezelschap met wie je de reis maakt.
Deze laatste vind ik trouwens wel een waardevolle aanvulling.
Dergelijke uitspraken riepen we tegen elkaar tijdens ons hilarische stuck in the mud avontuur. De eerste week van het nieuwe jaar bracht ik met gezin en bonusgezinsleden door in een heerlijk huis in het Noorden van Frankrijk. Waar we dus een hilarisch avontuur beleefden.
Verdeeld over twee auto’s gingen we op weg naar een bezienswaardigheid. Hoewel de helft van het gezelschap stamt uit de tijd van kaartlezen gaven we toch de regie over de route in handen van Google maps. Voor het overzicht wel even de route bekeken. Dat doen boomers (zoals de jeugd ons ten onrechte hardnekkig blijft noemen). Dik in orde.
Weg van deze weg
Voorbij een minuscuul dorpje stuurde de vriendelijke stem ons linksaf, een strak geasfalteerde landweg op, richting een bos. Die weg had weliswaar geen nummer, maar liep in een rechte lijn richting een D-weg. Na een bocht was de weg opeens niet meer zo strak geasfalteerd. Hier lag oud asfalt, met veel scheuren. Dat moest duidelijk nog aangepakt worden. Toch maar wat gas terug, want gaandeweg werden de gaten tussen de stukken asfalt steeds groter en de kuilen steeds dieper. Langzaam reden we verder. Asfalt zagen we niet meer, maar er lag stevig aangestampt grind, dat voldoet ook. Alleen die kuilen. En die plassen. Ook het grind verdween uit het zicht en wat restte was modder. Steeds meer zigzaggend en glibberend (had ik al gezegd dat het hier om echt kleigrond ging?) reden we stapvoets verder. Ik zat met vriendin in de voorste auto.
Het wordt toch wel een beetje spannend. Zeiden we tegen elkaar. Maar het is nog maar een klein stukje tot de splitsing. Voegden we eraan toe, terwijl de wielen af en toe spinden of weggleden. Het was twee handen aan het stuur en gassen.
Vast is vast
Misschien is dit toch niet zo’n goed idee. Maar terug is ook geen optie. Dus hup, handen aan het stuur en door blijven rijden. We zijn er echt bijna. Straks maar even een centre lavage de la voiture zoeken. Een plas ter grootte van de auto doemde voor ons op. Zag er diep uit. Rechts ervan dicht struikgewas. Links een bult klei van zo’n halve meter hoog. Blijven rijden, dan kunnen we er wel door. Krrrrchchchgggggsssss… Dus niet. Het chassis was echt te laag voor die bult klei, terwijl de wielen zichzelf steeds verder ingroeven in de modder.
Stuck in the mud. De auto achter ons stopte noodgedwongen ook. Uitstappen betekende voor iedereen direct tot aan minimaal de enkels wegzakken in de modder, maar er was geen andere optie.
Door een dekseltje en takken als schop te gebruiken, rijplaten improviseren met stukken hout en man- en vrouwkracht hebben we auto 1 uiteindelijk los gekregen. Hond was iets minder behulpzaam, want hij dacht dat al die takken voor hem waren. Maar hij had wel de tijd van zijn leven.
Auto los, nu doorrijden tot aan de weg, niet meer stoppen, wij lopen wel. Het is immers nog maar een klein stukje. Auto 2 volgde. En dus vier personen te voet onherkenbaar met modder besmeurd waren. Zo heb ik dat voor het laatst op een festival in de jaren ’90 gezien, waar modderglijwedstrijden werden gehouden. Dat lopen was trouwen ook nog een behoorlijke uitdaging.
Tot ik auto 1 zag stoppen. Auto 2 ernaast. Zag er niet uit alsof ze de splitsing hadden bereikt. Er was geen weg meer. Zelfs geen pad. Alleen maar modder.
Twee auto’s muurvast. Telefoons geen bereik. We deden nog pogingen om ze eruit te trekken / duwen. Behoorlijk tegen beter weten in. Zoals we ook tegen beter weten in door waren gereden. Tegen beter weten in blind op Google maps hadden vertrouwd.
Dat brein ook altijd
Boeiend hoe ons brein werkt. Daar schreef ik in mijn vorige blog al over. Dit avontuur onderstreept weer een ander foefje van ons brein. Het brein blijft namelijk nogal hardnekkig geloven in een goede afloop. Het brein maakt het kloppend. Zoekt naar verklaringen. Zelfs als alle seinen op rood staan. Tegen beter weten in dus. Zoals kinderen wiens geloof in Sinterklaas begint te wankelen allerlei verklaringen bedenken om logisch te maken wat niet logisch is. Verklaringen die bovendien zoveel mogelijk positief (of in hun eigen voordeel) zijn.
Ook als volwassenen doen we dit. Zo hebben we onszelf eens het volstrekt onlogische verhaal op de mouw proberen te spelden dat een van onze katten op de stapel haardhout tegen een muur geklommen was, waardoor het hout was gaan schuiven en één van de houtblokken door het raampje moest zijn gegaan, waardoor het aan diggelen was gegaan. Het brein wilde het kloppend maken om maar niet aan het idee te hoeven dat het ruitje door een inbreker was ingeslagen. Wat dus het werkelijke verhaal bleek te zijn. We willen zo graag geloven wat het gunstigst voor ons uitpakt. De bedrogen partner wil graag geloven dat de ander spijt heeft en het niet meer zal doen. De medewerker wil graag geloven dat het werk na deze reorganisatie of met deze nieuwe leidinggevende echt weer leuk wordt. Tegen beter weten in.
Het ‘beter weten’ lijkt in dergelijke situaties volledig uitgeschakeld te worden. Zoals bij ons modderavontuur. Noem het zelfoverschatting, noem het naïviteit, noem het vertrouwen, noem het dom. Is het allemaal. Bijzonder grappig ook dat dit exponentieel lijkt toe te nemen naarmate er meer betrokkenen zijn. Iedereen lijkt te denken: de ander zal wel weten wat ‘ie doet. Terwijl buitenstaanders al lang over de grond zouden liggen van het lachen om zoveel onnozelheid. Ook als we zelf die buitenstaanders waren.
Hoop
Op zich is het geloven in een goede afloop een mooi verschijnsel. Het zorgt voor hoop, doorzettingsvermogen, motivatie en actie.
En hoewel onze situatie wel enigszins penibel was kwamen we er met vlekken maar zonder kleerscheuren vanaf (daarover zo meer). Helaas kun je jezelf door dit mechanisme ook echt in de nesten werken. Tegen beter weten in doorgaan met iets waarvan je weet dat het geen goede afloop zal hebben. Laat deze anekdote dan een les voor je zijn. Stop op tijd.
En vertrouw nooit blind op Google maps. Ik begreep nu hoe het mogelijk is dat bestuurders het water in rijden bij een veerpont. Nou ja, ik begrijp het Ãets beter.
De afloop
Hoe dit avontuur afliep? Dat is ook de moeite van het vertellen waard. Wegens geen bereik besloten we terug te lopen richting het dropje waar de vriendelijke Google maps dame ons het bos in had gestuurd. Zodra er weer verbinding mogelijk was met de bewoonde wereld belden we de eigenaren van het huis waar we verbleven met de vraag of ze een tip hadden; de Franse equivalent van de ANWB, een sleepservice of misschien iemand met een tractor? (de regio staat er vol mee). Uiterst behulpzaam sprongen zij direct in de auto om zelf een kijkje te komen nemen. Misschien konden ze ons er zelf wel uittrekken? Ach, daar had je dat mechanisme weer. Want hoe hard wij ook riepen, ze wilden het toch met eigen ogen komen aanschouwen. Daar hebben we ze gelukkig van weten te weerhouden, maar ze hielpen ons wel met informeren in het dorp wie ons zou kunnen helpen.
Le maire et son frère (et leur tracteur)
In het dorp werden we verwezen naar de burgemeester (le maire) die ook samen met zijn broer (le frère) een boerderij runde. We moesten de heuvel op en daar waren twee stallen: één boven en één beneden. We splitsten het gezelschap om le maire zo snel mogelijk te vinden. Vonden eerst le frère van le maire. Een redelijk representatieve man, vanwege de actuele activiteiten gehesen in een overall en laarzen, tot aan zijn enkels in de mest; hij was de poten van de koeien aan het schoonspuiten. Verhaal uitgelegd, een grijns verscheen op zijn gezicht. Natuurlijk zou hij helpen, als we hem een paar minuten gaven. Biensûr monsieur. Intussen had de andere helft van het gezelschap de andere frère, tevens maire, gevonden en die kwam op zijn quad de heuvel afgescheurd. Deze man zag eruit alsof hij net van een concert van Normaal kwam, met vettig halflang haar en een sjaggie in zijn mond. Ik zou mijn geld op de andere frère hebben ingezet, qua maire…
Lang verhaal kort: we hebben deze mannen de dag van hun leven bezorgd. Met een enorme tractor (voor de kenners: een MF) is frère met twee dames in zijn cabine (ik had niet de indruk dat hij dat vaak meemaakte) naar de auto’s gereden. Onderweg vroeg hij een paar keer ongelovig of het wel het goede pad was en of het echt wel ‘plus loin’ was. Want ja, er hadden zich wel vaker mensen vastgereden op dit pad. Hier bijvoorbeeld. En hier. En zelfs nog eens stukje verder. Ah, er zijn dus meer mensen bij wie het verstand zomaar uitschakelt. Maar nog nooit zo ver. En nog nooit twee auto’s tegelijk. Hij vond het allemaal zeer vermakelijk. Maar was de grote held, want sleepte ons er soepel uit.
Even verdachten we le maire et son frère ervan een dealtje te hebben gesloten met Google maps. Want van enige weg was beslist geen sprake. Zelfs geen pad. Twee van ons hebben de D-weg te voet nog wel bereikt (en een tijdje gewacht op passerend verkeer wat niet kwam), maar er kon zelf nauwelijks gesproken worden van een te voet begaanbaar pad. Maar toen les frères echt echt echt niets van ons wilden aannemen ruilden we dat scenario in tegen het scenario van de goedheid van de mens. En dat is niet tegen beter weten in.
Waar ga jij tegen beter weten in mee door? Stop voordat het je werkelijk in de problemen brengt. Weet je niet hoe? Misschien kan ik je wel uit de modder trekken. Je bent welkom om daar eens over te sparren in een gratis sessie.
0 Reacties