Drie in één week had ik er. Klanten die bij mij komen met de vraag: wat wil ik nou écht? Bij alle drie deze mensen was er weinig nodig om te ontdekken dat ze juist heel goed wisten wat ze wilden. Drie keer is geen toeval, dan moét ik er wel een blog aan wijden.
Wil ik hier nog wonen?
Zo was er Eric*, een man die een mooie carrière en dito baan heeft waarin hij het erg naar zijn zin heeft. Vanwege deze baan woont hij in een metropool, van waar hij gemakkelijk in het vliegtuig stapt, hetgeen ook vaak nodig is voor zijn werk. Aanvankelijk was dat uitdagend, interessant en prettig voor Eric, maar nu hij een gezin heeft merkt hij dat dit niet overeenkomt met waar en hoe hij zijn kinderen op zou willen laten groeien. Eric meldt zich bij mij met de vraag: wil ik dit nog wel? De vraag stellen is deze beantwoorden… De werkelijke vraag blijkt al snel een tikje anders te liggen. Eric vertelt dat hij het steeds maar weer voor zich uit schuift, in de hoop dat… Ja, wat eigenlijk? Dat het zichzelf oplost? Dat kan, en het gebeurt ook wel eens, maar dat betekent dat er een keuze voor hem gemaakt wordt. Is dat wat hij wil?
Â
Angst voor consequenties en vermijdingsgedrag
Eric zegt niet te weten of hij dit nog wil. Hij heeft echter een heel duidelijk beeld van wat hij voor zichzelf en zijn gezin belangrijk vindt. Als hij daarnaar handelt is het vrij duidelijk zou je zeggen. Angst voor de consequenties houdt hem tegen om voor zijn keuze te gaan. Hij aarzelt er aan toe te geven uit angst voor de verandering die dit met zich meebrengt. De beslissing uitstellen betekent dat hij de verantwoordelijkheid voor de keuze en de consequenties niet hoeft aan te gaan. En mogelijk vermijdt hij ook moeilijke emoties.
Â
Een prachtig plaatje in haar hoofd
Katja* kwam bij mij binnen met, op het eerste gezicht, dezelfde vraag. Ze dreigt vast te lopen in haar werk en voelt dat het zo niet langer gaat. Ze vindt haar werk wel heel erg leuk, hoewel, ook weer niet alles wat erbij komt kijken. Er zijn veel aspecten die haar energie kosten en dat gaat zo niet langer. De hamvraag voor haar is: wat wil ik dan wel? Eigenlijk vindt ze een heleboel leuk, maar dat gaat alle kanten op. Dus dient de vraag zich aan: wat wil ik dan écht? Na een paar vragen waarmee ik haar uitnodig om haar fantasie de vrije loop te laten en alle belemmeringen los te laten verrast Katja mij met een lang gekoesterde wens. Ze heeft een prachtig plaatje in haar hoofd van hoe ze haar toekomst voor zich ziet. Een droom**, gestoeld op idealisme, zo zegt ze zelf. Dus niet realistisch, voegt ze er in haar hoofd aan toe.
Interne conflicten, externe invloeden, overweldiging en besluiteloosheid
Bij Katja blijkt er iets anders te liggen achter de vraag wat ze nou wil. Zo is er het interne conflict tussen het deel van haar dat gaat voor stabiliteit en zekerheid en het ondernemende, idealistische en avontuurlijke deel. Door steeds een ander deel aan het woord te laten is Katja in verwarring over wat ze echt wil. Het eerstgenoemde deel blijkt ook extern beïnvloed te worden, want het werk dat Katja nu heeft past binnen haar familie helemaal in het plaatje. Ze voelt zich er zelf ook niet voor niks helemaal in thuis… Bovendien, als Katja nadenkt over andere opties dan vindt ze zoveel leuk… Het ene kiezen zou betekenen dat ze veel andere opties uitsluit. Het is overweldigend en maakt haar besluiteloos. Wat blijkt? In haar droom komen alle opties terug. Katja weet precies wat ze wil.
De wens of het succes?
Tom* wil graag een lijn ontdekken in wat IK WIL. Hij heeft veel aan zijn hoofd en er wordt van verschillende kanten aan hem getrokken. De druk is op meerdere gebieden hoog. Tom heeft zakelijk succes gekend en gouden jaren beleefd. In zijn privéleven heeft hij juist veel te verstouwen gehad, wat emotioneel een zware wissel op hem trok. En trekt. De term eenzaam aan de top is op hem zeker van toepassing. Als succesvol zakenman moet je immers op je hoede zijn en niet zomaar je zielenroerselen delen. Tom heeft bovendien zijn heil gezocht (en gevonden) bij stromingen die door anderen (zeker in de zakenwereld) nogal eens vaag gevonden worden, dus daar heeft hij het al helemaal niet over. Ze zullen hem niet begrijpen.
Op dit moment gaat Tom door een moeilijke periode. Vanuit zijn enorme netwerk dienen zich verschillende opties aan. Kansen die de oplossing kunnen bieden voor zijn problemen. Tom aarzelt. Als hij ja zou zeggen tegen één van deze opties, welke motieven liggen er dan aan ten grondslag? De grote vraag is telkens: wat WIL IK nou echt?
Cognitieve dissonantie, perceptie van sociale verwachtingen en zelfvertrouwen
Ook in het gesprek met Tom is snel duidelijk dat hij heel goed weet wat hij wil. Ik hoef hem alleen maar de spiegel voor te houden. Wat er achter de vraag ligt is net even anders dan in de twee voorgaande situaties. Er lijkt sprake te zijn van wat in vaktermen heet cognitieve dissonantie: Tom weet wat hij wil, maar dit is niet helemaal in overeenstemming met wat hij denkt dat hij zou moeten willen. Zijn waarden zijn tegenstrijdig aan elkaar: enerzijds streeft hij naar succes en welvaart en anderzijds naar ‘gewoonweg gelukkig zijn’ met zijn gezin. Kijkend in de spiegel die hem wordt voorgehouden zegt hij dat hij wat meer (zelf)vertrouwen zou mogen hebben. Hij ziet zijn ideale plaatje voor zich, maar diep van binnen voelt hij zich onzeker. Ook de perceptie van sociale verwachtingen speelt hier een rol. Zijn positie speelt een rol en dat brengt sociale verwachtingen met zich mee die hij soms zwaarder laat wegen dan zijn eigen verlangens. Zo lijkt het bijvoorbeeld not done om met zijn ondernemersachtergrond een baan in loondienst.
Eén vraag, zoveel achterliggende vraagstukken
Wanneer mensen zeggen dat ze niet weten wat ze willen terwijl ze het in werkelijkheid wel lijken te weten, kunnen er dus verschillende psychologische factoren aan het werk zijn.
Onbewuste angsten en verlangens kunnen een rol spelen. Mensen zijn zich misschien niet volledig bewust van hun eigen verlangens vanwege onderdrukking of afweermechanismen. Mogelijk doordat ze in een omgeving zijn waarin dat geen ruimte krijgt. Vanuit de cognitieve psychologie kun je ook kijken naar de manier waarop gedachten en percepties invloed hebben op beslissingen. Misverstanden of irrationele gedachten kunnen iemand het gevoel geven dat hij niet weet wat hij wil.
Die ene vraag kan dus veel verschillende achterliggende vraagstukken hebben. Het mag duidelijk zijn dat er dus ook niet één aanpak is om met deze vraag aan de slag te gaan.
Is de vraag ‘wat wil ik nou écht’ ook een vraag die jou bezighoudt? Mogelijk helpt het jou om jouw waarden, verlangens en angsten te onderzoeken. Als er onderliggende innerlijke conflicten, onzekerheden of patronen aan ten grondslag liggen, dan is het zaak deze aan het licht te brengen. Bewustwording helpt je om deze te adresseren en ermee om te gaan.
Weet jij niet wat je nou echt wilt? Of, anders gezegd, denk je niet te weten wat je wilt? Maak er dan werk van. In een gratis sessie zoom ik graag met je in op jouw vraag achter die vraag. Samen bepalen we dan een passende aanpak. Maak hier direct een afspraak om kennis te maken.
*De gebruikte namen zijn gefingeerd en de weergave van de werkelijkheid is hier en daar wat oppervlakkig gelaten of aangepast om herkenning te voorkomen.
**Van het woord droom kan een tegenwerkende kracht uitgaan. Daar schreef ik eerder een blog over:Â Droom groot, maar noem het geen droom
0 Reacties