Ongemakkelijk kijkt hij in de camera. Mijn puberzoon die na enig tegenstribbelen toch op de foto gaat met zijn moeder. Hij komt ongeveer tot aan mijn neus. Op de achtergrond een oer-Hollands haventje. We schrijven zomer 2020 en we vieren vakantie in eigen land.
Zomer 2021. Dezelfde puber, ander land. Weer een vakantiekiekje van moeder en zoon. Het verschil? Zoon torent met kop en schouders boven zijn moeder uit.
Wát een groeispurt heeft die jongen doorgemaakt. Overal waar we (weer) komen is dit het gesprek van de dag. Tot zijn ergernis natuurlijk. Maar je kunt er moeilijk niks over zeggen. Of hij het waardeert dat ik hier nu ook al over schrijf betwijfel ik. Maar ach, hij is niet mijn doelgroep (en zijn vrienden ook niet), dus ik heb niet de illusie dat hij viral zal gaan.
Een klassieke liniaal groeien in een jaar, dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Hij hobbelde van de ene in de andere blessure. Bij ons thuis omgedoopt tot het PHPD-syndroom (pijntje hier, pijntje daar). We mogen bijna van geluk spreken dat de voetbalcompetitie vanwege corona werd stopgezet.
Groeien gaat gepaard met (groei)pijn. Of, wat algemener geformuleerd; geen verandering zonder weerstand. Zonder weerstand geen verandering zelfs. Om ergens te komen moeten we ‘ergens doorheen’. Om het zo maar eens te zeggen.
Een bevalling, een ontslag, een burn-out, een ziekte, een verbouwing, de opvoeding, een relatie verbreken, een bedrijf starten, een (sport)prestatie… de lijst met voorbeelden is eindeloos. Iedereen kan erover meepraten. Ook jij hebt ongetwijfeld wel eens verzucht: “Dit wil ik niet”. “Waarom ben ik hier ook alweer aan begonnen?” “Waarom ik?” Of iets in die trant. Weerstand dus.
Wat zou het toch fijn zijn als dat er niet was. Nietwaar?
Het nut van weerstand
Nou nee, dus. Zonder weerstand immers geen verandering. Zonder wrijving geen glans.
Weerstand is dus nodig. Weerstand is een nuttig, onvermijdelijk en natuurlijk fenomeen bij verandering. In de natuurkunde geeft men aan als het nut van weerstand: spanning verdelen of stroom begrenzen. Nu ben ik geen bètamens, dus het natuurkundig uitleggen laat ik over aan degenen die er verstand van hebben. Maar ook vanuit de psychologie beschrijft dit mooi de functie van weerstand. Want ook dan gaat het om het verdelen van spanning. Doseren is misschien een beter woord. Als je iets engs gaat doen ontstaat er weerstand, om je ervan te weerhouden in te gevaarlijke situaties te stappen. De weerstand voorkomt dat je een stap zet die je op dit moment nog niet aankan. De stroom begrenzen dus.
De groeipijn van mijn zoon weerhoudt hem ervan te zwaar te trainen en vermindert daarmee het risico op langdurige schade aan zijn pezen en gewrichten.
Weerstand (natuurkundig, biologisch, fysiek of mentaal) is dus een beschermingsmechanisme.
Weerstand helpt je bovendien om niet als een kip zonder kop gehoor te geven aan alle mogelijke ideeën en impulsen die in je opkomen. Hoe zou de wereld eruit zien als iedereen elk idee, elke impuls direct zou uitvoeren, zonder enige vorm van weerstand? Ook niet bepaald een droombeeld.
Weerstand is dus juist een teken van groei en ontwikkeling. Het hoort bij veranderprocessen en geeft alleen maar aan dat er iets in beweging is.
Géén weerstand is géén betrokkenheid.
Jouw brein wil geen verandering
Hoewel we vaak wel graag willen dat er iets verandert ís (een verlangen) zijn we wat minder enthousiast over de weg die we moeten afleggen om de verandering te realiseren. Verandering brengt onzekerheid met zich mee.
We weten nu eenmaal niet hoe het écht is als het verlangen werkelijkheid is geworden. Het kan ook tegenvallen. Mensen kunnen er iets van vinden. Er hangen consequenties aan die je angstig maken. En als het brein iets eng vindt is het wel onzekerheid. Het brein zoekt naar het bekende. Naar patronen. De amygdala in jouw hersenen zorgt voor emoties wanneer er een patroon gevonden wordt in het geheugen. Als je ooit een verandering hebt doorgemaakt die angstig was, dan zal een verandering in het nu die gekoppeld is aan dat (onbewuste) geheugenpatroon een vergelijkbare reactie oproepen. Je brein is nog niet in staat om te herkennen dat die verandering in het hier en nu geen direct gevaar oproept en heeft derhalve nog geen zicht op de gevolgen van deze verandering. Het gedrag dat je vertoont heeft ooit in het verleden goed voor je gewerkt en daar grijp je nu onbewust naar terug. Alleen in de huidige situatie, waarin je naar iets anders verlangt, is dat gedrag juist niet effectief. Vaak krijg je zelfs meer van wat je juist niet (meer) wilde.
Psychologische weerstand is dus niet direct weerstand tegen de verandering zelf, maar vooral een gevolg van te snel en op grond van te weinig informatie willen veranderen. Die roept angst op. En die weerhoudt je ervan om in actie te komen.
Hoe kom je uit de impasse?
Ruimte om te experimenteren
Leuk om te weten, maar daar zit je dan, met aan de ene kant dat verlangen en aan de andere kant dat stemmetje dat tegen je zegt dat het beter is van niet. Weerstand steekt de kop op als er onvoldoende ruimte is om te experimenteren. Er is tijd en ruimte nodig om te onderzoeken op welke manier je het beste met de veranderende omstandigheden om kan gaan. Soms krijg je die ruimte niet van anderen, maar ga maar eens na of je jezelf werkelijk toestaat om te experimenteren en te ontdekken. Als je een ja-maar voelt opkomen als je denkt aan een gewenste verandering, geef je jezelf dus onvoldoende ruimte om te leren.
Daar ligt de sleutel. Onderzoek toont aan dat informatie opgedaan door een persoonlijke ervaring grondiger wordt opgeslagen dan intellectuele kennis. Door iets te dóen worden nieuwe neurale verbindingen gelegd; de basis voor nieuwe patronen.
Erken je weerstand
Weerstand heeft dus een functie en zorgt voor een stimulerende kracht. Vecht niet tegen je weerstand en blijf er niet in hangen. Dat betekent verzet en verzet kost energie. Op pure wilskracht door je weerstand heen breken vind ik ook niet zo’n goed idee.
Erken de weerstand. Als je de weerstand er kunt laten zijn geeft dit je de mogelijkheid om te onderzoeken wat de onderliggende behoefte is. Want de weerstand / de angst die je voelt is een waardevol signaal dat duidt op een behoefte waaraan voldaan moet worden om te kunnen veranderen. Zo kan bijvoorbeeld angst voor mislukking duiden op de behoefte het goed te willen doen. Angst voor een conflict duidt vaak op de behoefte aan harmonie. De angst om iets te verliezen duidt op iets waardevols. Enzovoort. Als je dat kunt zien maak je de weg vrij om te onderzoeken hoe je óók in de behoefte kunt voorzien.
Voel je bijvoorbeeld weerstand om in gesprek te gaan met die collega die zo anders naar de zaken kijkt dan jij omdat je vreest dat het op ruzie uitloopt? Weten dat deze angst voor jou gekoppeld is aan jouw behoefte aan harmonie biedt ruimte om te onderzoeken hoe je in gesprek kunt gaan met behoud van de relatie. In gesprek mét, in plaats van tegen elkaar. Alleen dan is er ruimte om ieders visie te bespreken en op zoek te gaan naar het gezamenlijk belang.
Meebewegen
Als je heel erg overtuigd bent van je eigen aannames dan is de kans groot dat het woord meebewegen voelt als een soort knieval. En dus weerstand oproept. In dat geval raad ik je aan bovenstaande alinea’s opnieuw te lezen. Want meebewegen is wat jou gaat helpen. Oosterse vechtsport laat mooi zien dat vasthouden aan de vorm betekent dat je de strijd verliest. De (vecht)kunst is om de weerstand te erkennen en te zoeken naar de beweging die met respect voor de weerstand zorgt voor het weer laten stromen. Zoals in de natuur water dat doet als het een obstakel tegenkomt: het vindt zijn eigen weg en komt voorbij dat rotsblok, zonder strijd.
Wat dit betreft maak ik onderscheid tussen wilskracht en levenskracht. Voor mij is wilskracht verbonden met strijd en levenskracht staat voor de natuurlijke stroom. Die natuurlijk stroom heeft ergens een bron. Jouw innerlijke bron.
Wat doen deze woorden met jou?
Bied dus geen weerstand aan je weerstand. Het verzet maakt de strijd alleen maar heviger.
Buig mee en veer terug. Totdat je weer staat. Weerstand.
Ga op zoek naar jouw innerlijke bron en levenskracht. Die komt nooit van buitenaf, maar altijd van binnenuit. Een verandering lukt alleen als deze van binnenuit komt.
Veranderen moet je zelf doen. Maar je hoeft het niet alleen te doen. Als je vastzit in weerstand of vasthoudt aan de vorm dan kún je het niet alleen.
Het herwaarderen van je emoties is zwaar werk voor je brein. Jouw emoties zorgen steeds weer voor een tunnelvisie. Doordat je er middenin zit kun je het simpelweg niet meer anders bekijken. Wat helpt is er met anderen over te praten. Bij voorkeur met iemand die zich niet laat afleiden door emoties. Een buitenstaander, bij voorkeur een professional die weet hoe deze processen werken, kan alle denkkracht inzetten om jou effectief stappen te laten zetten in de richting van de gewenste verandering. Vanuit levenskracht. Zo wordt de weerstand tegen verandering een van de belangrijkste instrumenten vóór die verandering.
Die persoon kan ik voor jou zijn. Maak een afspraak voor een gratis inzichtsessie, dan kijk ik met je mee hoe dit voor jou werkt.
0 Reacties