Ergens in de jaren 70. Ik zat naast mijn vader voorin in onze Peugeot 504 met open dak. Onderweg naar huis na een bezoekje aan mijn oudtante, zijn tante. Een kinderloze tante (ongewild, denk ik, maar daar werd is die tijd niet over gesproken) die de kleinkinderen van haar broer, mijn opa, graag verwende. De volgende dag gingen we op vakantie en ik had van haar een briefje van 5 gulden gekregen. Vakantiegeld. Blij en trots liet ik het wapperen in mijn hand. Iets te hoog, want plotseling werd het briefje gegrepen door de zuigende wind van het open dak. En weg was mijn schat. Papa, mijn briefje…! Mijn vader stopte nog om het geld te zoeken. Tevergeefs. Het was en bleef weg.
Of hij boos op me was herinner ik me niet feitelijk, maar in mijn gedachten was hij dat zeker. En terecht vond ik. Want hoe kon ik nou zo dom zijn! Zo roekeloos! Geld lag niet op straat (ja, toen dus even wel), daar moest je zuinig en zorgvuldig mee zijn!
O, wat voelde ik me schuldig. En we moesten het thuis nog tegen mijn moeder vertellen. Ik schaamde me kapot. Ondanks dat mijn moeder eigenlijk nooit boos werd. Ze zou toch zeker teleurgesteld zijn en dat was nog veel erger!
Tas in de vijver
Van schuld en schaamte had ik veel last als kind. In bovenstaand voorbeeld trof het vooral mezelf. Ik heb er ook nog wel één waarmee ik een ander onrecht aandeed. Hetzelfde decennium. Ik zat op de basisschool, weet niet meer in welke klas. Groot genoeg om sinds kort alleen naar school te lopen, maar wat vond ik dat spannend! Maar de schaamte om mijn angst toe te geven was te groot. Nou, daar had mijn kinderbrein iets op gevonden. Op een dag kwam ik huilend thuis, met een natte tas. Die was in een vijver gegooid door die enge jongen die een paar jaar ouder was. Dat was mijn verhaal tenminste. Die jongen was volkomen onschuldig, ik had zelf mijn tas in de vijver gedompeld. Mijn stiekeme hoop was natuurlijk dat mijn ouders zouden begrijpen dat het echt niet veilig was om alleen naar school te lopen en dat ze mij tegen het gevaar zouden beschermen door me naar school te brengen. Ik voelde me wel heel schuldig, want stel je voor dat ze zouden uitzoeken welke jongen dat was en hem een lesje zouden leren? Dat zou heel oneerlijk zijn.
Op één of andere manier deden ze dat laatste niet. Hadden ze mijn bedrog door? Dat maakte het nóg erger. En mijn schuldgevoel groeide. Ik kon maar beter helemaal niets meer zeggen. Alleen was dat natuurlijk ook weer zielig voor mijn ouders. Ik was in een neerwaartse spiraal terecht gekomen.
Taal van een onopgevoed kind
De neerwaartse spiraal van me slecht voelen over mezelf en me steeds maar slechter gaan voelen over mezelf. Het móest wel aan mij liggen. Zoals die keer dat ik bij een vriendinnetje speelde. Een gezin waar ouders met ‘u’ werden aangesproken. Een behoorlijk contrast met de vrije opvoeding die ik, althans in de ogen van veel katholieke dorpsgenoten, kreeg. De moeder van mijn vriendinnetje maakte een opmerking waarvan ik me de inhoud niet herinner, maar mijn reactie wel. Voor ik er erg in had flapte ik het eruit: ‘Ach mens, wat zeg je nou’. Uit mijn ooghoeken zag ik de verschrikte reactie van mijn vriendinnetje en ik wist het zeker: nu had ik het voorgoed verpest! Wat een slecht en onopgevoed kind was ik. Geen enkele kans dat ik daar ooit nog mocht komen spelen. Alsof ik daartoe ooit nog het initiatief zou hebben durven nemen…
Als volwassene kan ik met compassie terugkijken naar het meisje van toen. Ondanks dat voel ik me best nog wel eens schuldig of schaam ik me ergens voor. Schuldgevoel en schaamte hebben een functie en hoeven geen probleem te zijn. Maar kunnen dat wel worden, als je als in die neerwaartse spiraal terecht komt. Je wilt immers niet gebukt gaan onder schuldgevoel of schaamte.
Sociale functie
Laten we eerst eens kijken naar de functie van schuldgevoel. Schuldgevoel geeft een grens aan voor je handelen. Een grens van wat in jouw sociale context acceptabel is en wat niet. Als je iets doet wat binnen de sociale context onacceptabel is word je verstoten uit de groep. Je hoort er niet meer bij. Voor de evolutionaire overleving hebben we elkaar nodig en zit er dus in ons systeem ingebakken dat we erbij willen horen.
Schuldgevoel helpt je dus om je gedrag in toom te houden, zodat je verbonden blijft. Het is als het ware een alarmbel die afgaat als je op het randje balanceert. Schuldgevoel heeft ook een verband met inlevingsvermogen. Als je de grens van een ander overschrijdt dan betekent dat dus dat je aanvoelt dat die grens er is en er nare of pijnlijke gevolgen kunnen zijn voor die ander.
Schuldgevoel is verbonden met heimelijk plezier. Iets doen waarvan je weet dat het niet mag geeft op een bepaalde manier een kick. Het schuldgevoel gaat ‘aan’ als er sprake is van zo’n ‘guilty pleasure’. De verbinding in je brein activeert het schuldgevoel, maar blijft dat ook doen als je het stadium van ‘pleasure’ al (lang) voorbij bent. Je blijft je schuldig voelen. Schuldgevoel is de overtuiging dat je een slecht of immoreel persoon bent. In het verlengde van schuldgevoel ligt schaamte. Schaamte is de angst om er niet bij te horen of niet te voldoen.
Schuldgevoel en schaamte zijn gericht op jezelf. Je denkt slecht over jezelf. Met heftige consequenties, want uit onderzoek blijkt dat als je er eenmaal van overtuigd bent dat je slecht bent, de zelfkritiek alleen maar toeneemt en de motivatie om het tij te keren evenredig afneemt. Denk je eenmaal slecht over jezelf, dan ga je je ernaar gedragen, waardoor je nog slechter over jezelf gaat denken, de verwijten aan je eigen adres toenemen enzovoort. Deze vicieuze cirkel kan zelfs tot een depressie lijden.
Andere vormen van schuld en schaamte
Hoewel het in wezen niet echt andere vormen zijn, licht ik hier enkele specifieke ‘vormen’ van schuldgevoel en schaamte toe.
Je schamen voor een ander
Je ouders waren bijvoorbeeld hippies en jij houdt er een andere levensvisie op na. Je broer brengt je altijd in verlegenheid door lollige opmerkingen naar toevallige passanten te maken die jij écht niet vindt kunnen. Je schaamt je voor hen.
Wat dacht je van schaamte voor je vader of moeder vanwege een verslaving? Of een ziekte? Hier bedoel ik schaamte die een stapje verder gaat dan de puber met rollende ogen omdat het ‘akward’ is. En we kunnen misschien nog wel een stapje verder gaan. Mogelijk schaam je je voor voorouders die fout waren in de oorlog, of voor je afkomst.
Je schamen omdat een ander je iets heeft aangedaan
Denk maar aan de voorbeelden van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en de talloze mensen die geen aangifte willen doen of er helemaal over zwijgen als hen dit overkomen is. Uit schaamte. Mogelijk willen ze zichzelf niet als slachtoffer zien (want dat zou een teken van zwakte kunnen zijn). Of zit er diep van binnen een onbewuste overtuiging dat het hun eigen schuld is, dat ze het verdienden, of wat dan ook.
Je schuldig voelen omdat je iets NIET doet
Bijvoorbeeld niet op tijd ingrijpen als je die goede vriendin ziet afglijden, of je ouders niet zo vaak bezoeken als zij zouden willen, of dat je iemand niet tegenhield om iets doms te doen…
Hoe ga je nou om met schaamte en schuldgevoel?
Uiteindelijk gaat het dus over normen en waarden, waar verwachtingen uit voortvloeien. Zijn het jouw verwachtingen of die van de ander? En als het jouw eigen verwachtingen zijn (en dus gelinkt aan jouw normen en waarden), stel jezelf dan de vraag of het ook jouw verantwoordelijkheid is. Schaamte en schuldgevoel gaan altijd over jezelf, ook als er een ander bij betrokken is.
Maak onderscheid tussen gedrag en persoon
Zoals we hierboven zagen is schuldgevoel de onterechte conclusie trekken dat je een slecht persoon bent is als je iets slechts doet. Maak allereerst dat onderscheid, het onderscheid tussen wat je doet en wat je bent. Iets ‘slechts’ doen maakt je nog geen slecht persoon.
Kijk naar jezelf met compassie. Als je op dat moment in staat was geweest om het anders te doen, dan had je het wel gedaan. Isoleer het ongewenste gedrag van wie je bent. Je was je er weliswaar van bewust dat je die zak chips beter niet leeg kon eten (het gedrag: de zak chips leeg eten), maar je was niet in staat de verleiding te weerstaan. Beschuldig je jezelf van zwakte (ik ben een zwak persoon), dan geef je jezelf het excuus om het de volgende keer weer te doen. Juist het onderscheid maken tussen gedrag en persoon biedt je de ruimte om te kiezen voor een andere aanpak.
Van gedrag kun je dus spijt hebben. Dan kun je zeggen: dat had ik zo niet moeten doen. Heb je spijt van je gedrag jegens een ander? Misschien is er nog iets uit te spreken. Je excuses aanbieden helpt, mits het oprecht is. Vraag je eerst af of de ander zich wel bewust is van jouw schuldgevoel. Soms zit het namelijk alleen in jouw hoofd. Ik vermoed tenminste dat de jongen die ik ten onrechte beschuldigde van mijn tas in de vijver gooien heel vreemd zou opkijken als ik opeens aan zijn deur zou staan…
Als je schaamte voelt voor iets of iemand anders dan is het ook zaak om onderscheid te maken tussen jezelf en die ander. In systemisch werk hebben we het dan over het aanvaarden van jouw lot (dat jij deze ouders, deze afkomst hebt, of dat jij deze ervaring hebt). Je kunt je lot dragen door het aan te nemen; het aannemen van jouw ouders als jouw ouders (ook al keur je hun gedrag niet goed). Of het erkennen van daderschap en slachtofferschap. Als het er mag zijn (omdat het er nu eenmaal is) hoeft er niet zoveel energie aan verloren te gaan.
Je bereikt niets met je schuldgevoel
Dat geldt sowieso voor aandacht geven aan wat je fout hebt gedaan; het enige effect dat je bereikt met schuldgevoel en schaamte is dat je jezelf kwelt. Het schuldgevoel en de schaamte helpen je helemaal nergens om het terug te draaien. Het helpt zelfs niet om te voorkomen dat je dezelfde fout nog eens maakt. Integendeel. Jezelf neerhalen heeft ook al geen nut als het gaat om verbinding met anderen. Je krijgt meer waardering en erkenning van anderen als je je fouten toegeeft, maar juist minder waardering en erkenning als je je schuldig voelt en jezelf neerhaalt.
Iedereen doet wel eens iets dat niet zo handig is, of niet zo leuk voor een ander. Daar zijn we mensen voor. Wie zonder zonde is werpe de eerste steen…
Praat erover
Praten over je schuldgevoel en je schaamte helpt altijd. Waar schuldgevoel de grens aangeeft van sociale verbinding is het opzoeken van verbinding ook een antwoord op schaamte en schuldgevoel. Deel je gevoel, bespreek het. Dat hoeft (en kan) niet altijd tegen de persoon in kwestie, juist het bespreken met iemand die er wat verder vanaf staat helpt je om uit je vicieuze cirkel te komen. Je zult merken dat een ander er heel anders naar kijkt. Met meer compassie. Delen zorgt voor verbinding en verbinding draagt bij aan zelfcompassie. En dus aan een gelukkiger leven.
Wil je ontdekken of en hoe ik je hierbij kan helpen? Je bent van harte welkom voor een gratis inzichtsessie. Je kiest daarna zelf of je verder met mij aan de slag wilt. En je hoeft je niet schuldig te voelen als dat niet zo is…
0 Reacties